×

‘Die blik vergeet ik nooit meer’

Biem Bremer speelt als CliniClown Bidoe voor kinderen in het ziekenhuis en voor mensen met dementie. Hij geniet met volle teugen van zijn werk, vertelt hij in dit verhaal. “Als clown zie je overal lichtpuntjes. Niet de ziekte, maar de mogelijkheden.”

“Toen ik voor de allereerste keer een rode neus opzette, ruim twintig jaar geleden, voelde dat meteen zo goed. Ik dacht: wat gebeurt hier? Ik deed al veel straattheater, uit nieuwsgierigheid ben ik toen clownsworkshops gaan doen. Ik wist al snel: dit is het voor mij. Ik stapte in een nieuwe wereld die aanvoelde als mijn natuurlijke habitat.

Nog steeds heb ik dat, op het moment dat ik die neus opzet voel ik me lichter, speels, blij. Yes, weer op avontuur! De wereld lijkt vreugdevoller. Ook mijn fysiek verandert. Ik beweeg anders als CliniClown Bidoe, mijn benen gaan alle kanten op. Ik speel voor kinderen in ziekenhuizen en mensen met dementie. Mensen vragen weleens, vind je het niet moeilijk om voor zieke kinderen te spelen? Nee, Bidoe ziet overal lichtpuntjes. Niet de ziekte, maar de mogelijkheden.

Geef zieke kinderen en mensen met een beperking of dementie de lach die doet leven.

Verzonken

Elke speeldag brengt weer wondertjes. Zo was ik met mijn maatje Bonkie in een verpleeghuis, we speelden in een huiskamer. Een stille, afwezige man dwaalde er zwijgend rond, hij nam geen deel aan het spel, was in zichzelf verzonken. Opeens pakte hij mijn ukelele die op tafel lag en hield hem stevig vast alsof hij wilde zeggen: ‘Zo, die laat ik niet meer los.’ Hij keek streng, we gingen automatisch in het gelid voor hem staan, als soldaten. Hij keek ons strak in de ogen, greep de ukelele nog steviger vast.

Toen werd ik nederig en knielde voor hem, ik strekte mijn armen naar hem uit. De man keek nog eens en opeens deed hij zorgzaam de band van de ukelele om mijn nek. We hoorden het personeel mompelen, doorgaans was het moeilijk contact te maken met deze mijnheer. Toen hij zich omdraaide volgden we hem met een liedje de gang op. Daar stond hij stil en draaide hij zich weer naar ons toe, hij keek me een tijdje rustig aan, zijn ogen werden steeds zachter tijdens dat woordeloze contact. Die blik vergeet ik nooit meer, een magisch moment.

Licht

Als CliniClown deel je zonnestraaltjes uit, zo voelt dat. Ik vind het mooi als ik kinderen door het spel zie ontspannen. Een lach is meegenomen, maar hoeft niet. Laatst was ik in het ziekenhuis bij een meisje dat daar lag vanwege een eetstoornis. Ze was boos, gooide spullen door de kamer op het moment dat wij binnenkwamen. We haakten daar meteen op in, mijn clownsmaatje Oeps zei: ‘Gooi maar naar hem hoor’, terwijl hij haar een stuiterballetje gaf. Ik werd het doelwit, zij mocht lekker haar gang gaan, de bal vloog de kamer door. Het meisje kon ontspannen, even lekker haar boosheid kwijt. 

Later op die ochtend kwam haar vader weer naar ons toe, bijna in tranen: wilden we niet nog een keer bij haar langsgaan? Ze deed een woordzoeker, wij begonnen de woorden uit te beelden in een absurdistisch, slapstickachtig spel. We gingen weer weg met haar lach. Dat zijn korte, maar waardevolle momenten. Soms krijg je glimlach, soms is er ontroering of zelfs een traan. Bij ouders bijvoorbeeld. Zij zijn soms zo gespannen. Als je dan even lucht brengt, kan dat zorgen voor ontlading.

Onnozel

Biem Bremer speelt als CliniClown Bidoe ook voor mensen met dementie

Wat voor clown Bidoe is? Een lichte clown met veel mimiek, lief maar ook ondeugend, bescheiden met lef, ook wel onnozel en lekker muzikaal. Het mooie van de clown is die voortdurende staat van verwondering over alles om hem heen, hij is volkomen in het hier en nu. Als CliniClown staan je ‘antennes’ altijd uit, als je een kamer inloopt tast je intuïtief af. Wat is hier de behoefte, wat heeft een kind of volwassene nodig?

Voor pubers spelen, is een uitdaging en juist leuk. Soms word je weggekeken, maar als er maar een beetje ruimte is, probeer ik contact te maken. Een stoer liedje, mijn eigen rap, vaak breekt het ijs toch wel. Ik hou ook van uitpakken, lekker de gekte induiken. Laatst nog liep ik samen met collega Pep een modeshow. Ik begon voorzichtig, veel te soft, vonden Pep en het kind. Ik ging steeds stoerder lopen, tot ik als een soort Bokito rond paradeerde. Het kind vond het prachtig.”

Gun jij zieke kinderen en mensen met een beperking of dementie de lach die doet leven?