Superlars vliegt naar de maan

Diep verzonken in zijn bouw-activiteiten zit Lars (3) op de speelkamer van Alrijne ziekenhuis in Leiderdorp. De jongen is in afwachting van wat doktersbezoekjes op de downpoli, waar hij in één middag verschillende artsen kan bezoeken. Dat is handig, maar het wachten is voor energiebommetje Lars soms ook lastig. “Lars zijn tweelingbroertje hebben we thuisgelaten. Dat is al een stuk rustiger,” vertelt moeder Linda.

Intussen stapelt de jongen een megatoren. Lars begon daarvoor al met een hypermodern kasteel, maar dat stortte in. Aannemer Lars moest daar heel hard om lachen. Dan kijkt hij op. Wat hoort hij nu? Vanaf de gang klinkt een zacht muziekje. Nop en Neel lopen nieuwsgierig naar Lars toe. Neel pingelt zachtjes op haar accordeon. Op de downpoli spelen de CliniClowns met de kinderen tussen de artsenbezoekjes in. Dat geeft de ouders rust en maakt het dagje Alrijne voor de kinderen echt heel gezellig, vindt vader Loek. “Lars vindt het spel prachtig.”

Kijk Neel, wijst Nop, een supertoren. Wauwie, ziet ook Neel. Als je dáár op klimt kun je de maan vast aanraken. Nop blaast snel een hele grote maanbel, die recht op de toren af zweeft. “Ik ga die maan vangen”, denkt Neel. Vastbesloten pakt ze een van Lars’ blokken en steekt hem heel hoog de wolken in. Daar komt de maan aanwaaien. Jaááá! Raak! Hebbes, de maan is gevangen. Lars lacht. Maar dan: pats! De maan plopt uit elkaar. Neel kijkt sip, Lars ook. 

“Nog een keer, Neel”, zegt Nop. “Vang je mee, Lars?”, vraagt Neel. Ja, Lars wil wel. Nop blaast en blaast. Dat wordt vast een hele grote. Neel steekt haar blok in de lucht. Lars ook, maar hij is nog niet lang genoeg. Gelukkig, papa Loek tilt hem op en Lars zweeft zó het heelal in. Als een raket schiet Lars richting de maanbel. Hij schatert tijdens het vliegen en zwaait met het blok. Kom maar op maantje. Bam! Lars en Neel vangen de maan zó tussen hun blokken. Nop jubelt, wat een knappe vangst. 

Neel en Lars kijken trots. Maar wat nu? De maan wordt best geplet tussen hun blokken, zien ze. Zielig. ‘Zullen we maantje maar weer teruggooien, de ruimte in?’, fluistert Neel. Lars vindt dat een goed idee. Ze laten maantje los. Dan blaast Nop nog een keer, en kijk: wel tien maantjes vliegen vrolijk de Melkweg in. Lars kijkt blij. Dan prikt hij in Neel’s rode clownsneus. Een rood maantje, ook leuk!