×

‘Iedere dag weer mag ik op reis’

Marcel Weijers (CliniClown Moes) geniet van elke werkdag vol spel en bijzondere ontmoetingen. In dit verhaal vertelt hij over zijn ervaringen. “Iets mooiers is er niet.” 

Toen we vorige week in een verzorgingshuis speelden, zaten zo’n beetje alle bewoners met een grote glimlach aan tafel, behalve die ene mevrouw aan de zijkant. “Rot op”, mompelde ze mokkend. Tijdens het spel hoorden we haar opnieuw: “Ga weg, wegwezen, nu!” 

Transformatie

Later liepen we rustig naar haar toe en begonnen te zingen: “Oh wat ben je mooi.” Op dat moment brak haar gezicht open. Ze ontdooide, norse blikken transformeerden in een lieve, tedere oogopslag. De spanning vloeide weg, er bleef pure zachtheid over. Tja, dat clownsneusje, dat dopje, geeft de lef om even buiten de gebaande paden te treden. Toch even proberen of contact misschien wél mogelijk is. En dat levert prachtige momenten op. Elke dag weer sta ik versteld van wat ik tegenkom. 

Auditie

Ik werkte eerst als leerkracht op een basisschool, daarna op een tyltylschool voor kinderen met een meervoudige beperking. Ik ontdekte het plezier van het spel via een cabaretworkshop en toneellessen. In die tijd had ik al eens bij CliniClowns geïnformeerd, maar mijn cv was niet geschikt. Toen ben ik heel veel gaan spelen, volgde clownstrainingen, en dat loonde: ik mocht op auditie. 

Vrijer

Dat is nu veertien jaar geleden. Als Moes zet ik een paar keer per week dat allerkleinste maskertje op: de neus. De handeling is een soort ritueel, het zorgt er voor mijn gevoel voor dat sociale grenzen wegvallen. Als mensen een clown zien, wordt dat ook verwacht. Ik voel me vrijer. Verstoppertje in het ziekenhuis, op stoelen staan.. als CliniClown heb je het fiat om lekker te spelen, al houd je uiteraard altijd rekening met degene die je voor je hebt.

Uit de situatie

Ik speel in het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie, voor mensen met dementie of een beperking en op de kinderafdeling van een klein ziekenhuis. Als een ziek kind of iemand met en beperking of dementie focust op het spel, haal je hem of haar even weg uit de situatie. Als wij het dus voor elkaar krijgen een kind te verleiden in het spel te duiken, is het even niet bezig met het ziekenhuis en die vervelende onderzoeken. Dat is waardevol. 

Zo speelde ik met clownsmaatje Soes voor een kind van een jaar of drie dat net een behandeling achter de rug had. Hij zat niet lekker in zijn vel, verstopte zich angstig onder zijn dekentje. We voelden meteen aan: hier is afstand nodig. We speelden verstoppertje op de gang, recht voor zijn kamer en namen veel tijd. Dat had hij nodig. Hij kwam uit bed, werd nieuwsgieriger. Dat angstige mannetje zat uiteindelijk met een stralend koppie voor het raam, wijzend naar de een waar de ander zich had verstopt. 

Geef zieke kinderen en mensen met een beperking of dementie de lach die doet leven.

Ouders

In het ziekenhuis ga ik altijd even langs bij de hele kleintjes, dan improviseer ik een liedje, een naamdichtje op de naam van de baby. Misschien merkt zo’n heel jong kind er niet zoveel van, maar je voelt papa en mama ontspannen. In het Prinses Máxima Centrum kregen we een mama met haar kleintje gisteren nog aan het dansen. “David, dans je mee, dans dan met ons twee!” We brengen lucht en lichtheid op een kamer. 

Voelsprieten

Als clownsduo vorm je een leuk vrolijk wolkje dat door zo’n ziekenhuisgang zweeft. Wat altijd belangrijk is: afstemmen, dus aanvoelen: wat is hier nodig? Hoe kan ik een lijntje leggen? Die voelsprieten heb je altijd uitstaan. Ik liep eens door het ziekenhuis toen een vader me herkende uit het ziekenhuis waar zijn zoon Cas elf jaar geleden lag met een agressieve vorm van leukemie. Gelukkig is de jongen inmiddels genezen. Zijn ouders vertelden hoe belangrijk we waren geweest in die donkere periode. Dat blijft speciaal om te horen. 

Op reis

Tijdens ons bezoek aan een medisch kinderdagverblijf kwam een kind naar me toe, hij wilde de snaren van mijn ukelele voelen en was erg nieuwsgierig. Later hoorden we dat hij nog niet eerder had gelopen, ook de zorgmedewerkers genoten van het moment. En dan de baby die door een auto-ongeluk in coma lag. We speelden voor hem, namen de tijd, tikten een ritme met muziek en zachte aanrakingen. Opeens reageerde hij en duwde even met een beentje tegen mijn hand. Het was de eerste keer, papa en mama waren emotioneel.

Zo veel bijzondere momenten, zo veel wondertjes. Elke dag voel ik weer honderd procent bevestiging dat ik als CliniClown op mijn plek zit. Elke dag mag ik op reis, de fantasie in. Iets mooiers is er gewoon niet.

Gun jij zieke kinderen en mensen met een beperking of dementie de lach die doet leven?