‘Ik hoop dat dit een moment is dat we nooit gaan vergeten’

Elke donderdag is Bas (CliniClown Hop) te vinden in het Wilhelmina Kinderziekenhuis: een plek waar de sfeer soms zwaar is, maar ook ruimte biedt voor momenten van lichtheid. Hij deelt zijn verhaal.  

“Mijn speelmaatje Anna (clown Sammie) en ik lopen over de grote brug in het ziekenhuis heen en zien vanaf daar beneden aan de kindertafel een jongen zitten. We lopen vlug naar hem toe. Sammie en ik zijn meestal vlotte clowns – snel, energiek, veel beweging. Maar deze jongen had duidelijk iets anders nodig. Hij reageerde traag op wat we deden, dus schakelden we terug. Ik had een muziekje bij me, we begonnen te dansen en groetten hem op een vrolijke, maar rustige manier. Het leek alsof hij nog niet wist wat hij met ons aan moest. Dat snapte ik wel, hij kende ons natuurlijk nog niet.  

High-five 

We bleven in de buurt en speelden rustig verder, zonder te veel te vragen. En toen, na een tijdje, stond de jongen ineens op. Hij stak zijn hand omhoog. Een high-five! Sammie gaf hem een tik op de hand. Ik keek vol verbazing naar haar handpalm. “Heb jij een high-five van hem gehad? Wow, dat is zó bijzonder! Dat wil ik ook!” Ik zag hem denken. Hij begon te begrijpen dat hij iets heel bijzonders had gedaan. Hij keek eerst even naar zijn moeder voor goedkeuring en toen begon zijn gezicht te stralen. Voor het eerst zag ik hem echt glimlachen. Hij hield ons goed in de gaten. 

Toen gebeurde er iets. Hij kwam achter de tafel vandaan en liep rustig naar ons toe. Hij ging tussen Sammie en mij in staan. Ik wist nog niet precies wat hij wilde, maar ik bleef druk bezig met die ‘bijzondere’ hand van Sammie. Ineens tikte hij me op mijn schouder. Hij maakte van zijn hand een vuist. Een boks! Natuurlijk gaf ik hem rustig die boks. En vanaf dat moment draaide het spel om. 

Terwijl de jongen terugliep naar zijn stoel, begon Sammie jaloers naar mijn knokkels te kijken, want die waren natuurlijk ineens speciaal. Ze bekeek mijn handen. De jongen schoot in de lach. Opeens stond hij weer op. Hij kwam naar ons toe, ging tussen ons in staan en zei: “Leuke clowns zijn jullie.” Even daarvoor zat hij nog verlegen achter de tafel. En nu? Nu deed hij zijn armen open voor een knuffel. Achteraf zeiden we tegen elkaar: “Ik hoop dat dit een moment is dat we nooit gaan vergeten.”  

Gun jij zieke kinderen en mensen met een beperking of dementie de lach die doet leven?

Stralen  

Sammie en ik liepen zingend door naar de lange gang van de poli. Zoals altijd veranderden we de tekst een beetje, zodat het liedje over deze nieuwe plek ging. Terwijl we doorliepen, merkte ik dat het hier drukker was dan op andere plekken in het ziekenhuis. Op deze gang vinden veel gesprekken en check-ups plaats. 

In de verte zagen we een jongen in een rolstoel. Een bekende van ons. Nog voordat we bij hem in de buurt waren, riep hij luid: “Haaiiooo!” Vanaf dat moment was het direct feest. We vormden spontaan een soort fanfare en marcheerden zingend zijn kant op. Langs de gang zaten gezinnen te wachten, ouders met kinderen, allemaal in hun eigen bubbel. Maar langzaam zag ik iets veranderen. Bijna allemaal begonnen ze te glimlachen of zelfs hardop te lachen. Niet alleen om ons. Maar vooral om de jongen in de rolstoel, die straalde vanaf het moment dat we dichterbij kwamen. 

Onze fanfare kwam op een gegeven moment tot stilstand, niet omdat we wilden stoppen, maar omdat de jongen ons tegenhield. Samen met zijn rolstoel én de benen van zijn moeder blokkeerde hij de doorgang. Hij keek ons aan en zei: “Nog een keer. Opnieuw!” Zonder twijfel renden we terug naar het begin van de gang. En weer kwamen we aanzetten in volle fanfare-modus, alsof het de eerste keer was. En daarna nog een keer. We deden het zeker drie of vier keer. 

Samen 

Op een gegeven moment deden we het net even anders. In plaats van samen met Sammie terug te lopen naar het begin van de gang, bleef zij dit keer achter. Ik keek de jongen aan en vroeg: “Zullen wij samen gaan?” Hij knikte meteen enthousiast. Natuurlijk lette ik goed op, maar ik wist ook: bij hém kan dit. Hij hield zich goed vast en kwam niet meer bij van het lachen. 

Aan het einde van de rit fluisterde hij met een grijns: “Hop, we gaan verstoppen.” En daar gingen we. Achter muren, onder doeken, zelfs onder de balie. Niets was te gek. Alles gebeurde onder zijn regie. Hij had een plan. En dat plan werkte, want Sammie had geen idee waar we waren gebleven. Na een tijdje werd hij geroepen voor zijn afspraak. Samen met zijn moeder en zus reed hij richting de kamer. Schaterlachend en vol energie.” 

Geef zieke kinderen en mensen met een beperking of dementie de lach die doet leven.